SV | Nochtans heeft Mijn volk Mij vergeten, zij roken der ijdelheid; want zij hebben hen doen aanstoten op hun wegen, [op] de oude paden, opdat zij mochten wandelen in stegen van een weg, die niet opgehoogd is; |
WLC | כִּֽי־שְׁכֵחֻ֥נִי עַמִּ֖י לַשָּׁ֣וְא יְקַטֵּ֑רוּ וַיַּכְשִׁל֤וּם בְּדַרְכֵיהֶם֙ שְׁבִילֵ֣י עֹולָ֔ם לָלֶ֣כֶת נְתִיבֹ֔ות דֶּ֖רֶךְ לֹ֥א סְלוּלָֽה׃ |
Trans. | kî-šəḵēḥunî ‘ammî laššāwə’ yəqaṭṭērû wayyaḵəšilûm bəḏarəḵêhem šəḇîlê ‘wōlām lāleḵeṯ nəṯîḇwōṯ dereḵə lō’ səlûlâ: |
Nochtans heeft Mijn volk Mij vergeten, zij roken der ijdelheid; want zij hebben hen doen aanstoten op hun wegen, [op] de oude paden, opdat zij mochten wandelen in stegen van een weg, die niet opgehoogd is;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Nochtans heeft Mijn volk Mij vergeten, zij roken der ijdelheid; want zij hebben hen doen aanstoten op hun wegen, [op] de oude paden, opdat zij mochten wandelen in stegen van een weg, die niet opgehoogd is;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!